Operation Hellfire

Een ‘what if’ die angstig dicht bij de werkelijkheid komt
Het is 2030. De premier van Nederland organiseert een internationale top over de ineenstortende wereldorde. Hij wil een tegenbeweging op gang brengen, terug naar een tijd waarin het (internationaal) recht er echt toe deed. Maar dan gebeurt het ondenkbare: de oud-president van Amerika, één van de eregasten, wordt bij aankomst in Den Haag gearresteerd door het Internationaal Strafhof.

De reactie uit Washington volgt razendsnel. De American Service-Members’ Protection Act wordt geactiveerd, een wet die Amerikanen beschermt tegen vervolging door het Strafhof. Er ontstaat een diplomatieke rel die zijn weerga niet kent. Het Strafhof weigert de aanklacht in te trekken, zelfs in het zicht van een dreigende invasie.

‘Internationale stad van vrede en recht’
Als reactie op de oprichting van het Internationaal Strafhof in 2002, werd in Amerika de ‘American Service Members’ Protection Act’ aangenomen. Deze wet geeft de Amerikaanse president het recht om “all means necessary and appropriate” in te zetten om een Amerikaanse staatsburger of bondgenoot te bevrijden, wanneer deze wordt aangeklaagd door het Strafhof. In de volksmond kreeg de wet de bijnaam “The Hague Invasion Act”.